Jikke Balkema (2013)

Jikke Balkema

Interview met Jikke Balkema

Inleiding

Eigenlijk mag je voor ‘Jong Talent’ niet ouder zijn dan 30. Maar voor de waterschappen maken we een uitzondering. De gemiddelde leeftijd van de PvdA-vertegenwoordigers in deze bestuurslaag is 60 jaar, en dus is het met een kaarsje zoeken naar talentvolle jonge vertegenwoordigers. Jikke Balkema is er zo één. Ze is als 32-jarige veruit de jongste van dit gezelschap, en waarschijnlijk zelfs de jongste waterschapsbestuurder van heel Nederland. Jikke is een echte ‘watervrouw’, zo laat haar cv zien. Als adviseur waterbeheer en ruimtelijke ordening  bij adviesbureau Tauw houdt ze zich beroepsmatig met water  bezig. Daarnaast heeft ze sinds januari 2009 zitting in het Algemeen Bestuur van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.  En in haar vrije tijd is ze ook graag op het water te vinden, als lid van roeivereniging Viking. ‘Vroeger ging ik vaak zeilen met mijn ouders. Misschien komt daar die belangstelling wel vandaan. Of water mijn passie is? Dat vind ik zo’n groot woord, ik zou het eerder de rode draad in mijn leven willen noemen.’

Boven NAP

Jikke woont op de eerste etage van een modern appartement in de Utrechtse wijk Hoograven. ‘Toen ik hier vier jaar geleden kwam wonen, heb ik wel even gekeken hoeveel ik boven NAP zit’, lacht ze. ‘Ongeveer een meter, dus ik hoef me geen zorgen te maken. Maar het zijn toch dingen die me opvallen. Vorig jaar was ik voor mijn werk een paar maanden in Frankrijk gedetacheerd bij de stadsregio Grand Lyon. Toen ik daar woonruimte huurde, kreeg ik een briefje met de mededeling ‘U woont in een overstromingsgebied’. Omdat ik vier hoog ging wonen, kon ik me sowieso safe voelen, maar ik heb wel genoten van dat briefje. Het maakt je bewust van de aanwezigheid van het water. In Nederland zouden mensen die een huis huren of kopen ook zo’n briefje moeten krijgen. Al is het maar voor het bewustzijn. Want als het in ons land mis gaat, zijn de gevolgen niet te overzien. Zeker voor de Randstad. Eigenlijk zou er wel wat  voor te zeggen zijn om met z’n allen te gaan wonen in het oosten van het land. Dat zou vanuit het oogpunt van duurzaamheid en veiligheid veel beter zijn. Maar ja, dat is natuurlijk heel moeilijk  te realiseren. Je kunt bijvoorbeeld de haven van Rotterdam niet naar de Veluwe verplaatsen.’ Tijdens haar studie fysische geografie aan de Universiteit Utrecht koos Jikke als specialisatie waterbeheer. Sinds vijf jaar is ze als adviseur en beleidsmedewerker bij Tauw betrokken bij projecten op de grens van water en ruimte en watergovernance. Ze doet werk voor lokale, regionale en landelijke overheden. ‘Ik zit ook af en toe in het buitenland. Afgelopen voorjaar bijvoorbeeld in Sofia, in het kader van een Europees project over water in de stad. Dat is een onderwerp waar we ons als PvdA-fractie ook voor inzetten: het recreatief medegebruik van water, zoals een wandelpad over een dijk of natuurvriendelijke oevers. In Sofia kregen we een rondleiding bij een opgeknapte ‘rivier’: het water wordt door een diepe betonnen bak door de stad heen geleid. Technisch waarschijnlijk een prima oplossing. Maar misschien had er met iets meer inspanning wel iets veel mooiers van gemaakt kunnen worden.  Door kennis uit te wisselen en voorbeelden te laten zien, proberen we elkaar verder te helpen.’

Sterkste schouders

Zes jaar geleden sloot Jikke zich aan bij de PvdA. ‘Ik kom niet uit een echt rood nest maar voel me wel aangetrokken tot de gedachte dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Toen de lijsten voor de waterschapsverkiezingen moesten worden vastgesteld, heb ik me kandidaat gesteld. Ik kwam als tweede op de lijst en behaalde ruim 3100 voorkeurstemmen. Het feit dat ik jong en vrouw ben, zal daarbij wel een rol gespeeld hebben.’ De PvdA-fractie bestaat naast Jikke uit Jan Reerink en Riet van der Nat. Reerink trad een half jaar geleden uit het Dagelijks Bestuur. Er was in die periode veel onrust na een kritisch onderzoeksrapport. Aanleiding voor het onderzoek waren  aanzienlijke kostenoverschrijdingen bij grote projecten, overigens niet in Jans portefeuille. Het bestuur was niet voldoende ‘in control’. ‘Sindsdien zitten we in de oppositie. Jammer natuurlijk, maar de huidige coalitie heeft ons nodig om een meerderheid te halen, dus we hebben wel invloed. Financiën is op het ogenblik hét thema. Mensen beseffen vaak niet hoeveel geld het kost om droge voeten en schoon water te houden. Er moeten forse investeringen worden gedaan. Tot voor kort werd het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma door het Rijk gefinancierd maar nu moeten ook de waterschappen daaraan meebetalen. Grote investeringen zijn noodzakelijk maar je wilt natuurlijk niet dat de waterschapsbelasting de hoogte in schiet. Voor ons als PvdA is dat een belangrijk punt. Daarnaast maken we ons sterk voor typische PvdA-onderwerpen als water in de stad, maar ook voor duurzame en innovatieve oplossingen. Bijvoorbeeld het terugwinnen van grondstoffen uit afvalwater.’

Politieker geworden

Doordat het oude personenstelsel in 2008 plaats maakte voor een lijstenstelsel, veranderden  de waterschappen. ‘Ze zijn politieker en daardoor dynamischer geworden, en de controle is toegenomen. Dat vind ik winst. Natuurlijk is het bij de waterschappen niet zo politiek als bij de gemeente. Dat komt doordat waterschappen vooral beheers- en uitvoeringsorganisaties zijn. Bij waterschappen zijn de keuzes ook beperkter. Je móet gewoon goede rioolwaterzuiveringsinstallaties en veilige dijken hebben, daar kun je niet onderuit. Het zijn randvoorwaarden voor het bestaan van Nederland. Goed waterbeheer is  zó belangrijk, dat daar eigenlijk niet op beknibbeld kan worden. Elk waterschap haalt via eigen belastingen zijn geld op bij de burger. Daardoor is er altijd budget voor (alle aspecten van) waterbeheer en wordt dit niet afgewogen tegen andere belangen. Dat is een grote meerwaarde van de waterschappen als aparte bestuurslaag. Ik geloof niet dat het allemaal effectiever zou gaan als je de waterschapstaken elders onderbrengt.’ De waterschappen bestuurlijk onthoofden om zo de bestuurlijke drukte tegen te gaan? ‘Dat is me te populistisch. Er komt bij de waterschapsverkiezingen geen kip naar de stembus, hoor je zeggen. Inderdaad is de opkomst maar zo’n 20 procent. Maar als dat het argument is, zou je de verkiezingen voor Europa ook wel kunnen afschaffen.’

Stoffig imago

Voorlopig telt Jikke de zegeningen die het (voort)bestaan van de waterschappen oplevert. ‘Veel landen zijn jaloers dat wij het hier zo goed geregeld hebben.’ Hoeft er dan helemaal niets te veranderen? ‘Het CLB-waternetwerk draagt bij aan goede contacten tussen de waterschapsbestuurders, maar de contacten met de andere bestuurslagen kunnen beter. Raadsleden zijn van harte welkom om eens een kijkje bij ons waterschap te komen nemen.’ Waterschapsbesturen mogen van Jikke best wat kleiner worden. ‘De waterschappen zijn eigenlijk onzichtbaar, behalve tijdens hoogwater. En onbekend maakt vaak onbemind. Overstromingen, zoals dit voorjaar in grote delen van Duitsland, zetten alles weer op scherp. Er kan nog veel meer worden gedaan aan educatie, het betrekken van de jeugd bij de waterschappen. Tegenwoordig hebben alle waterschappen een jeugddijkgraaf. Dat is hartstikke leuk en waardevol. En ja, er mogen van mij zeker meer jongeren en vrouwen in de waterschapsbesturen. Nu bestaan ze vooral uit oudere mannen. Het zegt niks over de kwaliteit van de bestuurders, maar een gemiddelde leeftijd van 60 is echt te hoog. Als er meer vrouwen en jongeren meedoen komen de waterschappen misschien ook een beetje van dat stoffige imago af.’

Tekst en foto: Jan de Roos
Uit publicatie Lokaal Bestuur, Jaargang 37 nr. 11 November 2013