VAN EXCUUS-TRUUSJE TOT ROLMODEL

SPRAAKWATER – VAN EXCUUS-TRUUSJE TOT ROLMODEL

Door: Thea de Roos-van Rooden*

“Meissie, het is je gelukt!” riep de vader van Marga Kool toen hij hoorde dat zijn dochter in 2000 was benoemd tot dijkgraaf van het Drentse waterschap Reest en Wieden. Zelfs op de drempel van de 21e eeuw waren “meissies” in een waterschapsbestuur nog steeds een uitzondering.

Uit eigen ervaring weet ik dat een “dijkgravin” niet vanzelfsprekend was. In 1997 maakte ik, als kersverse dijkgraaf van waterschap Het Lange Rond in Alkmaar, kennis met een van mijn ambtsgenoten. Hij vroeg zich toen hardop af hoe ik ooit dijkgraaf had kunnen worden, want ik was toch geen ingenieur? Kortom, ondanks mijn ervaring als burgemeester had ik nooit benoemd mogen worden. Niettemin, welkom in ons midden!

Als historicus kan ik wel verklaren waarom waterschappen lange tijd door mannen werden bestuurd. Van oudsher hadden boeren en andere (groot) grondbezitters belang bij een goed waterbeheer en omdat ze daarvoor belasting betaalden, konden ze zich laten kiezen in het waterschapsbestuur. Op basis van de heilige drie-eenheid belang, betaling, zeggenschapbleef het besturen van een waterschap lange tijd een mannending.

Kiesrecht

Voor elk waterschap afzonderlijk bepaalde vroeger de provincie hoeveel hectares grond een inwoner moest bezitten om zich verkiesbaar te stellen voor het bestuur. Daarbij viel het landbezit van een getrouwde vrouw toe aan haar echtgenoot en dat van een weduwe aan haar zoons of schoonzoons.

Vrouwen konden zich niet verkiesbaar stellen, want
ze hadden geen passief kiesrecht. Weduwen, niet in gemeenschap van goederen getrouwde vrouwen en ongehuwde vrouwen hadden indirect wel actief kiesrecht. Zij moesten dan eerst een man tot gevolmachtigde aanstellen die, namens haar, een stem uitbracht.

Later zouden huiseigenaren en, sinds het einde van de vorige eeuw, ook inwoners van een waterschap kiesrecht krijgen. De vrije kandidaatsstelling door politieke- en belangengroeperingen hebben ertoe geleid dat steeds meer vrouwen in het bestuur werden gekozen.

De eerste vrouwen

In Noord-Holland werd eind 1905 de eerste vrouw verkozen in een waterschapsbestuur, weduwe C. Roodt in de Polder Helder en Huisduinen. Maar mevrouw verscheen nimmer ter vergadering en stuurde niemand als haar gevolmachtigde. Een gevalletje van ‘no show’ dus.
Voor zover mij bekend is Anne Wilhelmine Postumus Meijes -Star Numan uit het Friese Oudemirdum, echt de allereerste vrouw in een waterschapsbestuur geweest. In 1914 werd zij door Gedeputeerde Staten van Friesland benoemd in het voorlopig bestuur van het nieuw opgerichte waterschap De Luts in het zuidwesten van die provincie. Anne behoorde tot één van de initiatiefnemers voor de oprichting van dit nieuwe waterschap.
In 1917 trad, wederom in het bestuur van de Polder Helder en Huisduinen, een vrouw voor het voetlicht, namelijk weduwe Bonselaar, maar zij bedankte voor de eer.
Tien jaar later kwamen, kort na elkaar, twee vrouwen
in het bestuur van de Banne Buiksloot, een klein waterschap in het huidige Amsterdam-Noord. Dat waren weduwe G. Koeman-de Boer en de ongehuwde Eva Schalk.
In het voorjaar van 1927 kozen de bestuursleden uit hun midden Koeman-de Boer tot voorzitter. Vanwege haar verhuizing naar Edam legde zij een jaar later de voor- zittershamer neer en werd Eva Schalk door de algemeen bestuursleden tot nieuwe voorzitter gekozen. Maar eind 1928 moest zij als voorzitter plaats maken voor een man en daarna bedankte zij als bestuurslid. Later keerde Eva terug en zij bleef bestuurslid tot de opheffing van de banne in 1936.

Zij is nog jarenlang bestuurslid gebleven van het Hoog- heemraadschap Waterland en van het Heemraadschap Buikslotermeer. Van dat laatste schap was haar vader dijkgraaf geweest. Ze had hem graag willen opvolgen “maar dijkgravin, nee, dat wilde men niet”. In 2017 werd, als eerbetoon, een brug naar Eva Schalk vernoemd in het Noorderpark in Amsterdam-Noord.

page62image1348412480    page62image1348412832   page62image1348413120

FOTO: Dijkgraaf ir J.M. Leemhuis-Stout ontvangt in 1986 een nieuw hensboek uit handen van ir E.H. baron van Tuyl van Serooskerken, de dijkgraaf van Rijnland.

Welkom, mevrouw!

Na 1945 traden de eerste vrouwen aan als minister, staatssecretaris of burgemeester. Ook bij de water- schappen verschenen langzamerhand vrouwelijke bestuurders in de vergaderzalen. Die eerste vrouwen werden vaak beschouwd als “excuus-Truusjes”, omdat er toch ook eens een vrouw moest worden afgevaardigd.

In 1968 werd Anneke le Coultre-Foest de eerste vrouw
in het bestuur van het Hoogheemraadschap Rijnland
in Leiden. Zij was, naast docente aardrijkskunde, ook wethouder van Wassenaar. De gemeenten Katwijk, Noordwijk en Wassenaar hadden haar voorgedragen namens de categorie “gebouwd eigendom”. Bij haar aantreden werd zij licht vertederend toegesproken en uiteraard verwelkomd met bloemen. Vijf jaar later vertrok ze vanwege haar benoeming tot burgemeester van Blaricum.

Rolmodel

In juni 1984 schreef het Hoogheemraadschap van Schieland in Rotterdam historie met de eerste, door de Kroon benoemde, vrouw tot dijkgraaf. Dat was Joan Leemhuis-Stout, die als afgestudeerd landbouwingenieur o.a. werkzaam was geweest op het ministerie van Land- bouw en Visserij en bij de Unie van Waterschappen. Joan ontpopte zich als een doortastend bestuurder die recht op haar doel af ging en snel ter zake kwam. Haar bestuursstijl vatte ze eens samen met de woorden: “Je lost problemen op en zo niet, dan hou je op met zeuren”. Ze liet zien dat ook vrouwen een waterschap konden besturen.

Voor mij groeide zij uit tot een inspirerend rolmodel. Want na het Hoogwater van 1995 in het Gelderse Rivierengebied raakte ik steeds meer overtuigd van nut en noodzaak van waterschappen. Daarom wilde ik graag dijkgraaf worden en daar heb ik nooit spijt van gehad. Wat mij daarbij aansprak was dat besluiten bij een waterschap altijd worden omgezet in daden, waarbij data zoals cijfers en berekeningen belangrijker zijn dan emoties of de waan van de dag.

Waterlelie

Om vrouwen te stimuleren bestuurder van een waterschap te worden richtte ik in 1999 het vrouwennetwerk Waterlelie op. Het aantal vrouwen in die besturen bedroeg slechts 11% en het kabinet-Kok had de ambitie om dat in 2002 te verhogen tot 15%. Niet bepaald ambitieus!

Als bestuurders van waterschappen zouden vrouwen zich moeten buigen over “technische” kwesties zoals peilbesluiten, dijkverbeteringen, de bouw van een nieuw gemaal of een waterzuivering. Hoe kreeg je vrouwen daarvoor nu enthousiast?

De toenmalige staatssecretaris (en latere dijkgraaf) Monique de Vries kwam met een duidelijk advies: Stel je inhoudelijk voor die onderwerpen open, verdiep je erin en hou op met eeuwig aan jezelf te twijfelen!
Op de halfjaarlijkse bijeenkomsten van Waterlelie
staat nog steeds de inhoudelijke kant van het werk centraal. De Waterlelies krijgen de kans om iedere keer bij een ander waterschap in de keuken te kijken en te leren hoe die organisatie projecten oppakt en uitvoert. Die bijeenkomsten zijn in de woorden van een deelneemster “leerzaam, inspirerend en ook leuk”.

Oud bestuur

Resteert de vraag of de waterschapsbesturen nu echt een afspiegeling van onze maatschappij zijn geworden. De optimist in mij zegt dat het glas halfvol is, maar de pessimist houdt het op halfleeg. Want, om eerlijk te zijn, het schiet nog niet echt op met die diversiteit.

In 2008 steeg het aandeel vrouwen in de waterschaps- besturen naar 24% en in 2015 naar 26%, terwijl 33% de doelstelling was. Hier en daar werd dat streefgetal gelukkig wel gehaald, zoals bijvoorbeeld bij het Waterschap Vechtstromen, dat met 40% gekozen vrouwen de absolute koploper is.

Maar ook vandaag de dag bestaan waterschapsbesturen nog altijd uit witte mannen, veelal hele en halve pensionado’s, waaronder een beperkt aantal vrouwen. Voor journalist Theo Dersjant was dat aanleiding om in 2014 het bestuur van waterschap Rivierenland te typeren als “een soort Urker mannenkoor”, omdat het voor 85% uit mannen bestond. Toch is dat voor mij geen reden om bij de pakken neer te zitten. De verkiezingen van 20 maart 2019 zijn wederom een kans om meer vrouwen in de waterschapsbesturen te kiezen. Als het kan graag jonger en diverser, maar als het meer “meissies” lukt om gekozen te worden noem ik dat ook vooruitgang.

Meer Info: Diederik Aten, Vrouwenkiesrecht op www.waterlelienetwerk.nl.
Met dank aan Hannie Visser-Kieboom voor de informatie over Anne Wilhelmine Posthumus Meijes-Star Numan.

 

1984 – Joan Leemhuis-Stout
Eerste door de Kroon benoemde dijkgraaf Zuid-Holland, Rotterdam, Hoogheemraadschap van Schieland

1968 – Anneke le Coultre-Foest
Waterschapsbestuur Zuid-Holland, Leiden, Hoogheemraadschap Rijnland

1927 – G. Koeman-de Boer
Voorzitter waterschapsbestuur – afgetreden Noord-Holland, Amsterdam-Noord, Banne BuikslootEva Schalk
Voorzitter waterschapsbestuur – vervangen Noord-Holland, Amsterdam-Noord, Banne Buiksloot

1917 – A. Bonselaar
Waterschapsbestuur – bedankte voor de eer Noord-Holland, Polder Helder en Huisduinen

1914 – Anne Wilhelmine Postumus Meijes -Star Numan
Waterschapsbestuur
Friesland, Oudemirdum, De Luts

1905 – C. Roodt
Waterschapsbestuur – ‘no show’ Noord-Holland, Polder Helder en Huisduinen